Het oorspronkelijk Ubische Oppidum kreeg in 69 na Christus de naam Colonia Claudia Ara Agrippinensis (CCAA) en groeide uit tot één van de grootste steden ten noorden van de Alpen. Er was een legioen gevestigd. De provincie werd vanuit Keulen bestuurd. Het had een grote haven en rondom Keulen waren befaamde pottenbakkers en glasateliers gevestigd. Het Keulse glaswerk was in het gehele rijk zeer gewild.

Het oorspronkelijke CCAA ligt vijf tot zeven meter beneden het huidige straatniveau. Op verschillende plekken zijn de resten voor het publiek toegankelijk gemaakt, zoals het antiek Praetorium dat naast de dom werd aangetroffen. 

De mooiste vondsten liggen in het grote Römisch-Germanisches Museum aan het domplein. Er liggen prachtige mozaieken, schitterend glas- en aardewerk. 

In het stadscentrum vonden we de resten van een romeinse poort, van een toren, een waterleiding en naast het museum een romeinse weg. Deze kan het eindpunt van de weg die van Boulogne via Bavay, Tongeren en Heerlen naar Keulen liep.

Link: CCAA